
Ooggetuigenverslag hel op Lebos
Elise Kant (Haëlla Stichting) over zondebokken en haat
- Buitenland
- Verslag
Met een schrijnend en mensonterend ooggetuigenverslag vanaf Lesbos doet Elise Kant, winnaar van de DDB 100 en directeur van de Haëlla Stichting, tevens een klemmende oproep aan de filantropie. ‘Het is aan ons om te laten zien waar we als sector voor staan. Ontmenselijken is niet aanvaardbaar. Nooit.' Hoe lang kunnen organisaties die dit concreet laten zien nog functioneren, nu de ontwikkelingssamenwerking getroffen wordt door onorthodoxe bezuinigingen?
Onlangs zat ik bij een mooie - snel door de FIN - ingelaste Teams bijeenkomst over de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking. Mooi omdat Sara Kinsbergen van de Radboud Universiteit ons mee nam in een duidelijk overzicht van het nieuwe beleid en de laatste ontwikkelingen. Mooi ook omdat er een wil is om op nieuwe manieren te kijken naar de rol van de filantropie.
Niemand heeft de illusie, of zelfs maar een begin van ervan, dat vermogensfondsen de gaten kunnen vullen. Wel kunnen de vrije vogels in de samenleving inzetten op het mogelijk maken van nieuwe manieren van samenwerken, omdenken en andere vormen van ondersteuning of zelfs (never waste a good crisis) op het versterken van bijvoorbeeld al aanwezige maar nog aarzelende manieren van shifting of sharing power.
IJskoude wind
Ik deed mee vanaf het dak van mijn huisje op Lesbos, waar ik twee maanden ben. Een aantal dagen per week ben ik in het vluchtelingenkamp waar vierduizend mensen verblijven, zo’n negenhonderd daarvan zijn kinderen. Het kamp is vol, er staat een ijskoude alles doordringende wind, mensen die elkaar niet kennen, worden bij elkaar gepropt in kleine ruimtes met kale vloeren, één raampje of zelfs helemaal niet, stapelbedden en nul privacy.
Er zijn ratten en er is heel vaak geen warm water. Om naar de wc te kunnen moet je lang lopen, ook ‘s nachts. Niemand van ons zou zo willen leven. En even verderop wordt een nieuw kamp gebouwd. Ver van de bewoonde wereld, nog strenger. Wat hebben deze mensen misdaan? Helemaal niks, ze zijn ontsnapt aan oorlog en geweld. Op dit moment zijn er vooral mensen uit Afghanistan en uit Syrië.
Boten lek
Griekenland heeft net als Nederland een pauze in de besluitvorming rondom Syrië ingelast. Mensen kunnen niets anders dan wachten. En dan de verhalen. Verhalen over pushbacks, niet één maar soms wel twintig keer, expres lek prikken van boten. Een ramp twee jaar terug kostte honderden mensen het leven terwijl de hulptroepen al lang in de buurt waren. Vorige week verdronken zes mensen voor de kust van Samos. Deze week werd een vrouw dood aangetroffen in een bootje voor de kust van Lesbos. Verhalen over geweld in Turkije, onderweg in landen waar Nederland deals mee sluit. Alles is geoorloofd, zo lijkt het, om deze mensen tegen te houden.
Ooit liep Nederland voorop in het aanjagen van mensenrechten wereldwijd. Dat wordt nu allemaal wegbezuinigd. Maar wat ik nog erger vind, is het gedachtengoed erachter. Mensen die niet zijn als wij worden weggezet als criminelen, gelukszoekers of tja, pechvogels, gewoon in het verkeerde land geboren.

Zondebokken
Begrippen als medemenselijkheid, solidariteit, ‘ubuntu’ of ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ zijn niet terug te vinden. En dat gaat veel verder dan de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, dat gaat over zondebokken en haat. Ik viel vorige week in het kamp over een steen, drie vrouwen uit Afghanistan kwamen aanhollen en klopten gruis en zand van mijn kleren. Zij spraken geen Engels, ik geen Dari of Farsi, maar we begrepen elkaar wel.
Iets anders: in Calais kreeg ik twee maanden terug te midden van de hel die het daar is koffie in een aardewerken kopje van jongens die iedere twee dagen door de politie worden weg gemept van geïmproviseerde onderkomens. Aan de randen van de beschaving zijn niet wij het die dat hooghouden. Dat zijn die anderen.
Ontmenselijken
Als er een rol is die de filantropie ook op zich moet nemen is dat onze rol van speedbootjes naast de grote mammoettanker van de overheid gebruiken om te laten horen dat het ontmenselijken van beleid, het alleen maar gericht zijn op onszelf, niet is waar wij voor staan. Van oudsher zet de filantropie zich in voor mensen in de knel, en niet voor eigenbelang (wat sommige politici ook beweren).
Mensen in de knel dat zijn ook de mensen hier op Lesbos, ook de mensen die vannacht gaan oversteken in de ijzige kou, ook de mensen wiens boot wordt lek geprikt of terug in de zee geduwd. Ook de mensen die verdrinken, die in de woestijn van Tunesië, Egypte of Libië, verdwijnen in detentiekampen of worden mishandeld door de Turkse, Egyptische, Libische politie en grenswachten.
Onaanvaardbaar
Het is aan ons om niet alleen met ons geld dat te financieren wat nodig is maar ook om te laten zien waar we als sector voor staan. En dat ontmenselijken niet aanvaardbaar is. Nooit. Gelukkig zijn hier organisaties die dat heel concreet laten zien, met indrukwekkende moed. Maar voor veel van hen geldt die ene vraag: hoe lang nog?
Dus ja, we moeten op zoek naar alternatieven voor wat afgebroken wordt, maar ook naar antwoorden op en oplossingen voor wat steeds verder opgebouwd wordt en ons steeds verder drijft van basale menselijke waardigheid.