
Een kathedraal waar veel mensen aan werken
Jeroen den Uyl over meer mens worden en minder onderdaan of consument
- (Social) impact
- Interview
De burgerbeweging schaalt op. Van kleinschalige alternatieven voor energietransitie, zorg voor elkaar, woon- en wijkbeheer naar grootschalige initiatieven met politieke en publieke impact. Sleutelwoorden: met elkaar, actief burgerschap en maatschappelijk ondernemerschap.
De Stichting Constitutie voor de Commons werd een jaar terug in Utrecht gelanceerd. Een privaat burgerinitiatief om de onderzoeks- en kennisfunctie van de burgerbeweging te steunen en te stimuleren. Voor betere educatie en coaching, een krachtiger lobby, een meer formele plaats aan tafel bij beleidsontwikkelingen en een deskundiger support voor bestaande en nieuwe burgerinitiatieven. We peilen de stand van zaken bij initiator Jeroen den Uyl, een verre achterneef van voormalig minister-president Joop den Uyl.
Vanwaar dit initiatief?
Den Uyl: ‘De burger als scheppend wezen delft in deze samenleving telkens het onderspit. In mijn werkzame leven als wetgevingsjurist en consultant heeft mij dit gegeven steeds beziggehouden. Na mijn tijd als partner bij organisatieadviesbureau Twynstra Gudde ben ik voor mezelf begonnen. Ik wilde opschrijven hoe een burgerbeweging eruit zou moeten zien. Wat het betekent om de burger centraal te stellen?’
En dat is?
‘Burgers moeten een beschermde plaats aan tafel krijgen. Vandaar het woord constitutie in de zin van vestiging van rechten. Constitutie is voor mij meer dan een wet, het is ook een houding, een diepe overtuiging. Daar zit de kracht van onze titel, Constitutie voor de Commons. Gemeenschapszin is een groot goed, maar ook kwetsbaar. De overheid en de markt nemen steeds weer ruimte in ten koste van wat wij als inwoners, burgers, willen en kunnen doen.’
‘Gemeenschappen hebben moeite om aan goede, structurele financiering te komen en ook hun juridische positie in het systeem is wankel. En intussen usurperen de sociale media ons sociale gedrag, waardoor we moeilijk zelf in actie komen. Je hebt dus een soort verdedigingslinie nodig waar mensen frank en vrij, zonder afleiding door overheid of markt, met elkaar kunnen samenwerken en van betekenis kunnen zijn.’
‘We werken aan een alternatief juridisch kader dat voorkomt dat de overheid gemeenschappen ziet als bedrijven en ze in het keurslijf van aanbestedingen perst. Zo werken we aan regionale financieringslabs die gemeenschappen structureel en op een vloeiende wijze van financiering voorziet.’
Hoe definieert u de Commons?
‘Ze zijn een vitaal onderdeel van ons leven omdat we in de Commons onszelf kunnen zijn en de kracht van elkaar kunnen ervaren. In de Commons leert ieder individu hoe en wat bij te dragen in en aan de samenleving. Lans deze weg ontstaat een vitale laag van geborgenheid, betekenisgeving en creativiteit. Nederlanders worden meer mens en minder consument of onderdaan.’
Wat zijn Nederlandstalige synoniemen?
‘Denk aan meent of gemeenschappen. Anderen reppen van collectieve (burger)kracht. Al deze woorden duiden op het fenomeen dat mensen samen hun welbegrepen en gedeelde eigenbelang behartigen. Deze belangen bevinden zich in het publieke domein. Belangen waarmee zij bij behartiging ervan hun inzichten, verantwoordelijkheid als autonome partij inbrengen.’
‘Overigens: het begrip belangen klinkt misschien wat droog. Het is echter een veelzijdig begrip. Want voor de één is het belang dat je fijn samenwerkt in een team van gelijkgestemden, voor de ander telt vooral het maatschappelijk effect van de samenwerking. De betekenis van Commons is voor elk individu weer anders.’
Hoe staat het met de erkenning van de Commons?
‘De potentie van de Commons wordt onvoldoende erkend. Sterker: de overheid en de markt staan met hun rug naar de Commons. De Constitutie heeft als doel – en dat is evident – de positie van de Commons ten opzichte van beide krachten te versterken. Met de stichting beogen wij een Constitutie voor de Commons te maken.’
Wij?
‘Een alliantie van initiatiefnemers, denk aan mensen als Thijs Lijster, universitair docent in Groningen; Derk Loorbach, directeur van the Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT) en hoogleraar socio-economische transities in Rotterdam alsook Jurgen van der Heijden, programma-coördinator van het OPG (Over Principes van de Gemeenschap), een groep die meedenkt over wat gemeenschappen zijn en nodig hebben. Samen maken we Commons-principes wakker, samen geven we ze opnieuw vorm.’
Hoe buigzaam is deze Constitutie?
‘De Constitutie zal zich altijd in een veranderlijke context bewegen, een context waarin ze de collectieve zelforganisatie erkent en bevordert. In de Constitutie voor de Commons onderzoeken we de bouwstenen die de totstandkoming en de groei van het aantal Commons faciliteren. Er is al veel, maar niet alles is goed gezien of in verhouding tot elkaar gezien.’
En de relatie tot overheid en markt?
‘Nodig is een powerswitch. Tot nu toe moeten gemeenschappen zich bewijzen in de taal van de overheid (Is het legitiem?) of die van de markt (Wat brengt het op? Is het efficiënt?). Gemeenschappen creëren waarden die niet of nauwelijks worden erkend door overheid en marktpartijen. Echter niet alles wat gemeenschappen realiseren is uit te drukken in winst- of nutsmaximalisatie. Hetzelfde geldt voor de waardering van wat gemeenschappen vermogen in termen van participatie (betrokkenheid), sociale cohesie (aandacht, vertrouwen) en legitimiteit (zelforganisatie).’
Hoe te komen tot een juiste waardebepaling?
‘De verhouding tussen overheid en markt enerzijds en de Commons anderzijds zou moeten veranderen. Het zal een flinke stap zijn om tot een vergelijk te komen, een stap waarbij overheid en markt het eigen, vertrouwde paradigma’s zullen moeten verlaten. Het zou mogelijk moeten zijn om de gewenste gelijkwaardigheid tussen de Commons enerzijds en de overheid en de marktpartijen anderzijds structureel te maken.’
Den Uyl verwijst naar de ronde tafel van King Arthur, waar iedereen gelijk is. Deze tafel, die in werkelijkheid dateert uit de veertiende eeuw, is nog altijd te zien in de Great Hall van Wichester in het graafschap Hampshire. De figuur van King Arthur heeft een groot succes gehad bij schrijvers van ridderromans. In de Arthurroman komt de verbeelding aan de macht. Bij de Arthur-legenden speelt het streven naar een bepaald ideaal – iets willen bereiken dat niet mogelijk lijkt of is – een belangrijke rol. Sommige geleerden beweren dat de Engelse propaganda rondom koning Arthur wellicht de eerste serieuze marketingcampagne was in Europa.

Verbeelding is nodig?
‘De gewenste verandering komt niet tot stand met de logica en de ratio uit onze linker hersenhelft, wel met verbeelding en dromen. Er is artistieke verbeelding nodig, in vorm, taal, gezang, theater en beeld. Deze verbeelding maakt het mogelijk om het op het eerste oog onhaalbare te realiseren. Een culturele onderlegger helpt daarbij. Denk aan een museum van de Commons (verleden, heden, toekomst) of een doorlopende serie op televisie. De totstandkoming van de Constitutie van de Commons raakt de structuur van onze samenleving.’
Deze keer verwijst Den Uyl naar de voorbeelden die gelukt zijn, zoals de arbeidersbeweging in de jaren dertig. Daarmee zijn we beland bij emancipatie, socialisme en cultuur. Het oudere publiek zal dit associëren met strijdliederen, volksdansen, de Paasheuvel als domicilie van de Arbeiders Jeugd Centrale, uitgeverij Wereldbibliotheek, de dichters Herman Gorter en Henriëtte Roland Holst, politiek tekenaar en boekbandontwerper Albert Hahn et cetera.
Hoe verder?
‘De verwachting is dat de looptijd van alle projectmatige activiteiten minimaal vijf jaar in beslag zal nemen en waar nodig een structurele organisatie vergen. Dit jaar starten we met de uitvoering van deelprojecten die weer nieuwe projecten kunnen genereren. We zijn begonnen in twee regio’s met de ontwikkeling van een democratische toolbox die gemeenschappen helpt hun interne omslachtigheid beter aan te gaan.’
Een ander project zijn de reeds genoemde financieringslabs in twee en mogelijk meer regio’s: Rivierenland en Noord-Kennemerland. Daarnaast organiseren we in september weer een oefenrechtbank en – wie weet – daaropvolgend proefprocessen om juridische ruimte te claimen.’
Hoe werkt zo'n financieringslab?
‘Stel je het volgende voor: Een netwerkbedrijf zoals Alliander of Stedin zegt tegen inwoners van een bepaalde regio: ‘‘Als jullie het energieverbruik mitigeren, dan besparen wij ook investeringen in het net.’’ Zo komt er geld vrij van de netbeheerder wat we vervolgens in een fonds stoppen ter financiering van projecten voor de Commons. Dit model is ook toe te passen op waterbeheerders, zorgverzekeraars, pensioenfondsen et cetera. In de labs gaan we leren hoe impact frank en vrij door Commons kan worden gemaakt. We voorkomen dat we in een opdrachtgever-opdrachtnemer relatie komen.’
‘Zo voeden we gemeenschapseconomieën. Dat is een ander concept van economie, niet gedacht vanuit de transactie, maar meer vanuit de relatie. Het geld dat dit oplevert, zetten we in voor vitale gemeenschappen en de brede welvaart (waaronder sociale cohesie) die daaruit ontstaat. Het is zaak om dit soort burgerinitiatieven betrouwbaar te organiseren. Door de politieke en publieke opinie te beïnvloeden, voorlopers te stimuleren, helpen we autoriteiten te denken vanuit een andere set regels en systemen.’
Tot slot
Het woord Commons vinden we nog niet in de Van Dale, wellicht in de volgende editie. Op voorhand is duidelijk dat de Constitutie voor de Commons uit is op een pluriforme, door diversiteit en verdraagzaamheid gekenmerkte democratische rechtsorde waarin burgerlijke vrijheden gerespecteerd worden. En waarbij de overheid en de marktpartijen de Commons verwelkomen als een derde kracht tegenover een ‘dikke overheid en een dikke markt’.
Het is de droom van Jeroen den Uyl dat de Constitutie voor de Commons zal leiden tot een breed gedragen burgerinitiatief dat getuigt van bindend en bezielend vermogen. Speldenprikken zijn voor hem niet voldoende, hij gaat voor een stevige Constitutie in de volle breedte. In enkele volgende artikelen zullen we ingaan op deelonderwerpen die met zijn missie samenhangen zoals financiering, bestuur, juridische aspecten en cultuur.