Als een van de beste symfonieorkesten ter wereld heeft het Concertgebouworkest een museale en een laboratoriumfunctie. Er klinkt komende seizoen kernrepertoire (Mahler, Rich. Strauss) én nieuw repertoire (Thomas Adès, Rob Zuidam). De jonge toekomstige chef-dirigent Klaus Mäkelä, die in 2027 officieel aantreedt, is in het nieuwe seizoen al veertien keer te beluisteren in de Grote Zaal van Het Concertgebouw.

De programmering is gevarieerd en avontuurlijk. Een opmerkelijke première is het blokfluitconcert van de Finse componiste Lotta Wennäkoski, geschreven voor blokfluitiste Lucie Horsch. Een andere opmerkelijke solist is het Koreaanse pianowonder Yunchan Lim die is te beluisteren met het Pianoconcert van Robert Schumann.

Amerikaanse muziek

Ook in het oog springt de focus op Amerikaanse muziek ter gelegenheid van 250 jaar Onafhankelijkheidsverklaring in 2026. Er klinken werken van componisten als Samuel Barber, Leonard Bernstein, Aaron Copland en Willliam L. Dawson. De programma’s van het Concertgebouworkest worden jaren tevoren samengesteld. Van een dieptepunt in de betrekkingen met Amerika was toen nog geen sprake.

Het Concertgebouworkest – Koningin Máxima is Beschermvrouwe– geldt in het buitenland als cultureel visitekaartje. Komend seizoen staat er – naast optredens tijdens Europese muziekfestivals (o.a. BBC Proms, Salzburger Festspiele) – een intensieve Azië-tournee (Zuid-Korea en Japan) op het programma. Klaus Mäkelä zal het orkest in het buitenland 27 keer leiden, onder meer in Seoul en Tokio.

‘Cost disease’

Een toporkest runnen is een kostbare aangelegenheid. Op het concertpodium woekert de gevreesde cost disease van Baumol. Deze economische wet stelt dat bij de arbeidsintensieve podiuminstellingen de uitgaven sneller zullen oplopen dan in marktgerichte sectoren met hun mogelijkheden tot productiviteitsverbetering. Daarbij komt dat subsidies door de jaren heen de neiging hebben te slinken.

Het Concertgebouworkest is dus in toenemende mate afhankelijk van de steun van particulieren, bedrijven en vermogensfondsen. De Foundation wil met de opbouw van een endowmentfonds het orkest ook op de lange termijn structureel financieel ondersteunen. Om aan de wereldtop te blijven ondersteunt de Foundation onder meer de Academie van het Concertgebouworkest, andere educatieprojecten en de aankoop van hoogwaardige instrumenten.

Eigen inkomsten

Het orkest verdient meer dan de helft van zijn inkomsten zelf uit kaartverkoop, tournee-inkomsten en fondsenwerving. De subsidies van stad en staat beslaan dus minder dan 50% van de inkomsten – een tendens die over de afgelopen jaren, als gezegd, dalend is. Personeelskosten bedragen momenteel bijna 70% van de totale kosten.

Informatie over de Foundation:

https://www.concertgebouworkest.nl/nl/steun/foundation-concertgebouworkest