Het KPMG-onderzoek is gehouden onder bestuurders en commissarissen van Nederlandse publieke en private bedrijven en organisaties in diverse sectoren. De economische sancties en onzekerheden over geopolitieke samenwerking veroorzaken onrust. Bijna alle ondervraagden (97%) verwachten in de komende twaalf maanden een grotere invloed daarvan op hun bedrijfsvoering. In het bijzonder een toename van protectionistische maatregelen.

Een andere meerderheid (64%) herkent regio-specifieke risico’s in Oost-Europa, de VS en Oost-Azië. Tegelijk zijn bestuurders afwachtend bij het terughalen van activiteiten naar Nederland of het verplaatsen ervan naar Europa. Maar liefst 93% laat weten dit voorlopig niet van plan te zijn en de ontwikkelingen af te wachten. Iets meer dan de helft van de ondervraagden ziet geen verlies van concurrentiekracht door vast te houden aan klimaatdoelen.

Steekproef

Het State of the Sector rapport is afkomstig van de Radboud Universiteit en het CBF, de toezichthouder voor goede doelen. Het beslaat de periode 2016 – 2022 en is gebaseerd op een steekproef van 703 goede doelen in de CBF-database. Daarvan voeren 562 de CBF Erkenning. De geselecteerde doelen vertegenwoordigen 3,2% van alle goede doelen in Nederland – in geldwaarde goed voor € 4,3 mrd of twee derde van alle inkomsten uit fondsenwerving.

De belangrijkste conclusie is dat de onderzochte goede doelen in de periode 2020 – 2022 in vergelijking met de referentiejaren 2016 – 2019 een grote mate van stabiliteit vertonen. De doelbestedingen blijven in de meest recente periode op peil en ook het aantal donateurs bleef stabiel. Kanttekening daarbij is dat het gemiddelde bedrag per donateur daalde. Maar micro-organisaties en kleine goede doelen vormden daarop weer een uitzondering.

Kwetsbaarheid

Inmiddels zijn andere tijden aangebroken. De kwetsbaarheid zit deels bij organisaties gericht op internationale samenwerking, vooral door hun lagere solvabiteit. Dat is de mate waarin organisaties schulden op lange termijn kunnen voldoen. De financiële reserves zijn minder groot door voorwaarden die subsidiegevers daaraan stellen in combinatie met bezuinigingen van de regering. Het onderzoek laat ook zien dat de doelbestedingen ‘behoorlijk efficiënt’ zijn.